Over Bed, Bad, Brood en Boot

· Artikelen
Author

In de vroege ochtend van deze Koningsdag droomde ik dat ik met enkele collega’s had geboekt op een enorm en luxueus passagiersschip onder Nederlands vlag met liefst zeven passagiersdekken. Zelf zat ik in de middelklasse omdat ik niet meer kon betalen. De reis was geboekt, maar het eten kon je zelf uitzoeken in allerlei dure restaurantvoorzieningen met vele verschillende keukens. Ik keek mijn ogen uit en het water liep me uit de mond en liet in een excellente keuken me lekker verwennen met een prachtig diner. Bij de betaling kwam ik tot de ontdekking dat ik mijn portefeuille met al mijn geld kwijt was. Grote paniek, ik was totaal blut want al mijn spaargeld zat erin. Zoeken, zoeken, en zoeken maar dat levert niets op.

Hoe moet ik de komende weken aan eten komen klaagde ik bij de steward. Oh, dat is op dit schip geen probleem, zei hij, we hebben hier een bed, brood en bad voorziening voor iedereen die dat nodig heeft. Ga morgenvroeg maar naar het dek net onder het miljonairs- en miljardairssuites voor je gratis ontbijt. Gerust ging ik slapen.
De volgende ochtend ging ik in alle vroegte op naar dit opvangdek. Weer stond ik paf. Het dek was verdeeld in vierhonderd identieke kamers van 5×15 vierkante meters in vier rijen van honderd kamers, bestemd voor verschillende groepen nooddruftige mensen. De buitenste kamers met zicht op het water waren de eetkamers. Dan twee brede paden en in de middelste twee rijen kamers waren alle kamers voorzien met hangmatten en stapelbedden. Gelukkig kon ik nog in mijn eigen hut slapen, dacht ik. Op naar een gedekte ontbijttafel.
Er stonden drie lange tafels bedekt met fris geblokt tafelzeil over de gehele lengte van de kamer. Er stonden keurig nette stoelen van kunsthout voor en achter de tafels. Het was netjes en hygiënisch. Er was geen bestek. Voor elke stoel was een stapeltje van acht sneetjes wit casinobrood. De onderste vier sneetjes waren niet beboterd. De bovenste vier sneetjes waren twee op elkaar gelegde beboterde boterhammen en keurig doormidden gesneden. Naast het stapeltje lag een gekookt ei. Op de bovenste boterham lag een vierkant plakje ham over de hele oppervlakte. Daarop lag een rond plakje salami.

Toen werd ik wakker en wist gelijk de aanpak van ons vluchtelingenprobleem. Goed, het kabinet is nu gered met een aanpak van noppes, maar daar praten we niet meer over. Ogen dicht en de Tweede Kamer is nu aan zet. Eerst wordt het aantal vluchtelingen vastgesteld dat Nederland op wil vangen. Stel dat dat er tienduizend zijn. Dat aantal moet natuurlijk wel stabiel blijven, want wij Nederlanders zijn zeer bezorgd met onze medemensen en dat willen we ook laten zien aan de buitenwereld, wij doen ons best. Je hoeft nu alleen nog maar te bepalen hoeveel passagiers humaan op het vluchtelingendek passen. Stel dat dat er duizend zijn dan moeten we tien van die luxe schepen in eigen beheer hebben. Dat is goed voor de scheepsbouw en de werkgelegenheid. Je kunt het uiteindelijk budgettair neutraal maken. We brengen de uitgeprocedeerde asielzoekers op een aangename wijze terug naar de Middellandse Zee. Op de terugweg hebben we ruimte genoeg om ons kwantum bootvluchtelingen binnen te halen. De stabiliteit van onze hulpverlening is verzekerd.

De moraal van dit verhaal is duidelijk. De absurde en schimmige discussie over bad, bed, bad, brood en boot zal de komende maanden ongetwijfeld voortduren. De raad van State zal mogelijk een negatief advies geven. Basale hulp van mensen zonder verblijfsvergunning is internationaal verplicht geregeld. Driekwart van onze bevolking is zonder meer voor deze opvang. Hieronder een foto van een privéjacht in de Middellandse Zee. Het wemelt er van de plezierboten. Verwacht mag toch worden dat ook hier nog hulp is te halen. Tja.

BED, BAD, BROOD EN BOOT